Het
wordt tijd weer eens terug te keren naar onze economische argumenten voor of
tegen migratie. Het laatste argument dat we bespraken ging over de mogelijkheid
van migratie als een soort verzekering binnen een economische unie. Als het slecht gaat in een land van de unie, kan
het in
één
of meerdere andere land goed gaan. Zodra het slecht met je gaat in jouw land (je
wordt werkloos, of je krijgt geen loonsverhoging) ga je naar een ander land
waar de arbeidsmarkt beter is. Dan heb je ook nauwelijks een stelsel van sociale
zekerheid nodig: niemand hoeft er immers werkloos te worden; er is altijd wel
een plek waar het goed gaat. In de EU werkt het helaas niet zo. Dat komt omdat
de werklozen in de EU liever een uitkering ontvangen dan dat ze naar een ander
land emigreren. Niet omdat ze lui zijn, maar in feite omdat de EU geen goede
unie is. De werkenden kennen de taal niet van andere EU-landen, weten ook niet
hoe de regels op de arbeidsmarkten elders zijn, het is ook onbekend hoe hun
kwalificaties worden beoordeeld, enzovoorts. Ziehier een van de grootste
problemen van de EU. Eigenlijk hadden de Grieken bij het uitbreken van
schuldencrisis in 2010 massaal moeten migreren naar Duitsland, Oostenrijk
Nederland, enz., maar ze deden het niet. De EU wil een soort federatie zijn met
een gemeenschappelijke arbeidsmarkt, maar de barrières tussen de landen zijn te
groot om migratie mogelijk te maken. Er zijn wel uitzonderingen. De
Oost-Europeanen zijn veel meer bereid huis en haard te verlaten voor een hoger
inkomen dan Zuid Europeanen. Maar een vloedgolf aan immigranten vinden de
ontvangende landen weer niet prettig, vooral niet omdat de kans dat de
migratiestroom ook de andere kant op zou kunnen gaan, heel klein is. De unie is
dan dus geen verzekering omdat de deelnemende landen te ongelijk zijn. Maar ook
omdat migratie de andere kant op (Nederlanders die massaal in Polen gaan werken)
eigenlijk ondenkbaar is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten