donderdag 25 december 2014
Geluk en herverdeling, III
Kunnen we met zijn allen
een ‘sociaal geluksgetal’ toekennen aan de verdeling in de economie? Zo’n
geluksgetal is het idee achter de sociale welvaartsfunctie. Het lijkt er op dat
we zo’n functie geformuleerd hebben: we nemen immers voortdurend beslissingen
die consequenties hebben voor de verdeling. Maar, er is een probleem en we
hebben het daar al eens eerder over gehad. Het probleem is dat hoewel we het misschien
eens zijn over de manier waarop we onze voorkeuren bij elkaar ‘optellen’,
bijvoorbeeld door daar in het parlement over te stemmen, het resultaat niet aan
een aantal voor de hand liggende basisprincipes voldoet. Dit resultaat staat in
de leerboeken bekend als de ‘onmogelijkheidsstelling’ van Kenneth Arrow (1921-)
die deze stelling afleidde in zijn 20er jaren. Het basisprobleem dat tot de
onmogelijkheid van het afleiden van sociale voorkeuren leidt is dat het
onmogelijk is iets te weten te komen over de intensiteit van iemands
voorkeuren. Dan weten we ook niet aan wie we die extra euro moeten geven die we
‘gewonnen’ hebben omdat we, op advies van Pareto, verspilling verwijderd
hebben. Zo zijn we weer terug bij af: we kunnen de geluksgevoelens van
individuen niet vergelijken en dus ook niet op een zinnige manier sociale
oordelen over de inkomensverdeling maken. Theoretische economen zaten natuurlijk
niet bij de pakken neer: zij probeerden sociale-welvaartsfuncties te maken die
niet aan de onmogelijkheidsstelling ‘leden’, maar waarbij je wel de welvaart (of
het geluk) van verschillende individuen met elkaar zou kunnen vergelijken. Het
bleek dat dit zou kunnen als de manier waarop mensen tot hun keuzen komen in
hun leven aan bepaalde (in feite wiskundige) voorwaarden voldoen. En is dat zo?
Helaas, we weten het (weer) niet. Precieze informatie over het keuzeproces van
individuen hebben we niet, we zien alleen de keuzen die mensen maken (en soms
zelf dat niet) en moeten daar dan uit afleiden op wat voor manier mensen
beslissingen nemen. Kortom, heeft Sylvester Eijffinger dan
toch gelijk dat de economen zich niet meer bekommeren over de ‘sociale
welvaart’, dus of de armen niet te weinig en de rijken te veel hebben (of
andersom, dat kan theoretisch ook nog)? Wel, de situatie is nog niet hopeloos:
wordt dus vervolgd.
dinsdag 23 december 2014
Geluk en herverdeling, II
Zoals we vorige
keer concludeerden kun je, als de welvaart meet op de manier van Pareto,
geen oordeel hebben over de verdeling. Stel dat we constateren dat er
verspilling is in de economie en we heffen die verspilling op door wat dan ook,
dan komen er middelen vrij die we kunnen uitdelen. Als we die extra middelen
vervolgens geven aan de familie Heineken, dan is dat een welvaartverbetering
volgens Pareto, maar niet-economen zullen zich misschien afvragen of dat nu
echt de best mogelijke besteding van de ‘welvaartswinst’ is. Misschien leidt
het wel tot welvaartsverlies omdat de arme sloebers, die zien dat de familie
Heineken nog rijker geworden is, zich nog armer gaan voelen. Kortom, het
Pareto-criterium laat ons hier behoorlijk in de steek. Dat wil overigens niet
zeggen dat de manier van welvaart meten volgens Pareto nooit zin heeft. We
gaven elders
voorbeelden waarbij het Pareto-oordeel nuttige diensten kan bewijzen. Je kunt
dus soms wel nagaan of er beslissingen genomen worden die tot verspilling
leiden. Maar in deze tijd, nu de ongelijkheid onder werkenden en tussen
werkenden en vermogensbezitters aan het toenemen is, willen we weten aan wie we
iets extra’s moeten geven en ten koste van wie. Dan moeten we dus op een of
andere manier verschillende verdelingen van de welvaart tussen individuen en
gezinnen met elkaar vergelijken. Zouden we niet, net als individuen doen met
hun ‘individuele nut’, aan iedere mogelijke verdeling met zijn allen een
‘sociaal geluksgetal’ kunnen toekennen en dan die verdeling nemen met het
hoogst mogelijke getal? Dit is het idee achter de sociale welvaartsfunctie. We
hebben daar eerder
over
gesproken.
Volgens dit idee hoeven we het er alleen maar over eens te worden hoe al onze
verschillende voorkeuren over de verdeling bij elkaar opgeteld hoeven te worden
om tot ‘sociale voorkeuren’ te komen. Wordt vervolgd.
zondag 21 december 2014
Geluk en herverdeling, I
Abonneren op:
Posts (Atom)